BotBattle.nl

Strijd van de chatbots

De Uitdaging

Wie schreef 'Ik wou dat ik twee hondjes was', en wat bedoelde de schrijver ermee?
17 Aug 2025
Uitgevoerd op
68
AI-model
4.00s
Gem. reactietijd
← Terug
o1-pro LANGZAAMST
34.63s
β€œIk wou dat ik twee hondjes was” is een bekende versregel van Gerrit van de Linde (De Schoolmeester). Met deze onzinnige uitspraak benadrukte hij de speelse vrijheid van de fantasie. Door een wens te uiten die niet kan, toont hij op humoristische wijze hoe verbeelding grenzen kan overstijgen.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" werd oorspronkelijk geschreven door de Oostenrijkse schrijver Friedrich Torberg. In 1929 verscheen een Nederlandse vertaling van dit gedicht in het Algemeen Handelsblad. Later werd het gedicht toegeschreven aan Godfried Bomans, maar dit bleek een misverstand te zijn. Het gedicht drukt de wens uit om twee hondjes te zijn, zodat ze samen kunnen spelen, wat een verlangen naar gezelschap en speelsheid weerspiegelt.
Het versje "Ik wou dat ik twee hondjes was" is oorspronkelijk geschreven door Michel van der Plas, die het in de jaren vijftig vertaalde uit het Duits en toeschreef aan Godfried Bomans. Het drukt een gevoel van eenzaamheid en verveling uit, met de wens om gezelschap te hebben, zelfs als dat betekent dat men zichzelf zou moeten verdubbelen.
Dit gedicht werd geschreven door Lucebert (Lubertus Jacobus Swaanswijk, 1924-1994), een Nederlandse dichter en schilder uit de Vijftigers-beweging.

Met "Ik wou dat ik twee hondjes was" drukte hij een verlangen uit naar eenvoud, speelsheid en onschuld. Het gedicht reflecteert op de complexiteit van het menselijk bestaan versus de zorgeloze natuur van dieren. Typisch voor Luceberts poΓ«zie: simpel taalgebruik met diepe betekenis.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is een bekend kinderliedje, maar de oorspronkelijke schrijver is onbekend.

Het liedje drukt een verlangen naar zorgeloosheid en eenvoud uit. Hondjes hebben geen zorgen, hoeven niet te werken en krijgen liefde en eten. Het is een speelse uiting van ontsnapping aan de volwassen verantwoordelijkheden.
0.65s
Willem Wilmink schreef 'Ik wou dat ik twee hondjes was'. Het gedicht drukt een verlangen uit naar een simpel, zorgeloos bestaan, vrij van menselijke problemen.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Theo van Doesburg, een Nederlandse kunstenaar en dichter. Het is een absurdistisch gedicht dat speelt met taal en logica. De schrijver bedoelde waarschijnlijk niet iets diepzinnigs, maar wilde vooral de lezer laten genieten van het speelse en onverwachte van de woorden. Het roept een beeld op van onschuld en fantasie, typisch voor de Dada-beweging waar Van Doesburg bij betrokken was.
De tekst is van Frans van Schaik, beroemd gemaakt door Dorus (Tom Manders).

Het liedje drukt op een simpele, kinderlijke manier een diep gevoel van eenzaamheid uit. De zanger voelt zich zo alleen dat hij wenst dat hij uit twee personen bestond, zodat hij tenminste met zichzelf kon spelen.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" werd geschreven door Toon Tellegen. Hij bedoelde hiermee dat hij zich graag zorgenloos en onafhankelijk wilde voelen, zoals hondjes die vrij en zorgeloos door het leven gaan. Het gaat over verlangen naar eenvoud en vrijheid.
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Hans Andreus. De schrijver bedoelt dat als hij twee hondjes was, hij samen met zijn geliefde één hond zou zijn, en ze samen één baasje zouden hebben.
5.75s
De tekst van "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Jules de Corte. De schrijver, zelf blind vanaf jonge leeftijd, verwoordt een diep verlangen naar onschuld, eenvoud en tederheid. Het idee om "twee hondjes" te zijn symboliseert een zorgeloos bestaan, vrij van complexe menselijke emoties en problemen. De hondjes spelen samen, afgeschermd van de wereld, wat staat voor pure verbondenheid, onvoorwaardelijke liefde en het verlangen naar een simpel, gelukkig leven zonder eenzaamheid of zorgen. De Corte benadrukt zo het gemis van onbevangenheid en troost in een vaak harde realiteit.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Annie M.G. Schmidt. In dit gedicht uit haar kinderpoΓ«zie drukt ze een speelse wens uit om als twee hondjes te kunnen leven, wat vrijheid, onbezorgdheid en gezelligheid symboliseert. Het gedicht benadrukt de eenvoudige vreugde van het leven en het verlangen om zonder zorgen te kunnen zijn.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is a line from a poem by Dutch poet Herman Gorter. The poet expresses a wish to be two dogs, symbolizing the desire for simplicity, carefree happiness, and affection. He longs for the uncomplicated life of dogs, who are loved and cared for without worries or responsibilities.
1.14s
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Kees Stip. Met deze zin bedoelt de schrijver op speelse wijze dat hij dan samen zou kunnen spelen, oftewel: hij voelt zich soms alleen en wenst gezelschap, zelfs van zichzelf.
3.22s
Het gedicht β€˜Ik wou dat ik twee hondjes was’ werd geschreven door Willem Wilmink. Hij speelt met kinderlijke wens: met twee hondjes kan een hond zichzelf gezelschap houden, nooit alleen zijn en altijd spelen. Het is tegelijk innemend en licht melancholisch – het verlangen om nooit eenzaam te zijn.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door de Nederlandse dichter en schrijver Hans Sleutelaar. Het gedicht verkent de verlangens en vrijheden die met het leven van een hond gepaard gaan, zoals onbezorgdheid en eenvoud. De schrijver gebruikt de metafoor van de hond om te reflecteren op menselijke verlangens naar vrijheid en geluk. Door de kinderlijke wens om een hond te zijn, wordt de complexiteit van het volwassen leven en de verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan, op een speelse manier belicht.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Ze bedoelde ermee dat het fijn zou zijn om als hond te leven, onbezorgd en met veel aandacht. Het drukt een verlangen naar eenvoud en onvoorwaardelijke liefde uit.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Jules Deelder. Het gedicht gaat over eenzaamheid en het verlangen naar gezelschap. De dichter wenst dat hij twee hondjes was, dan kon hij tenminste samen spelen en hoefde hij niet alleen te zijn. Het is een speelse maar melancholische blik op eenzaamheid.
5.23s
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Martinus Nijhoff . Het gedicht verbeeldt een kinderlijk verlangen naar onschuldige verbondenheid en speelsheid: de wens om als twee hondjes samen te zijn, weg van complexe emoties. Nijhoffs regel "dan kon ik samen spelen" suggereert een verlangen naar harmonie, zelfverbinding of troost in eenzaamheid, maar blijft open voor interpretatie. De eenvoudige beeldspraak contrasteert met diepere thema’s als verdeeldheid en verlangen naar heelheid.
Het liedje β€˜Ik wou dat ik twee hondjes was’ is geschreven door Youp van β€˜t Hek. De tekst is een satire over eenzaamheid en de behoefte aan gezelschap. De zanger stelt dat hij, als hij twee hondjes was, zichzelf gezelschap kon houden – ook in zijn eentje. Het drukt op ironische wijze de eenzaamheid en verlangen naar verbinding uit, waarbij het absurde idee van zelfvermenigvuldiging een diepere menselijke behoefte blootlegt.
Willem Wilmink schreef het. Het drukt een verlangen uit naar een zorgeloos, simpel leven.
9.16s
Toon Hermans schreef 'Ik wou dat ik twee hondjes was' (volledig: "Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen"). Het is een grappig nonsensversje over eenzaamheid en de wens naar gezelschap; als je twee hondjes bent, kun je met jezelf spelen. Het drukt speels uit hoe fijn het is om niet alleen te zijn.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Harry Mulisch.

De schrijver bedoelt hiermee een diep verlangen naar eenvoud, vrijheid en onbezorgdheid. De hondjes staan symbool voor een leven zonder de complexiteit, verantwoordelijkheden en innerlijke strijd die het menselijk bestaan kenmerken. Het is een escapistische wens om te ontsnappen aan de lasten van het leven.
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Het is een vrolijk, speels gedicht dat de wens van een kind verbeeldt om twee hondjes te zijn, die samen kunnen spelen en elkaar kunnen vergezellen. Het weerspiegelt de fantasie en onbevangenheid van kinderen.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is een liedje van Herman van Veen. Hij bedoelt dat hij graag onbezorgd en vrij zou willen zijn, zoals hondjes die zich onbezorgd in het leven storten.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is een lied van Mariah Smit, uitgegeven in 1998. Het verbeeldt een relatie waarin de spreker zich onvoldoende voelt en wenselijk is om "twee hondjes" te zijn (een metafoor voor geluk en eenvoud), om de liefde van haar partner te winnen. Het is een popsong die het gevoel van onzekerheid en verlangen naar eenvoudige liefde uitdrukt.
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Godfried Bomans. Hij bedoelde het als een humoristische uitdrukking van eenzaamheid en de wens voor gezelschap, door te fantaseren dat je twee hondjes bent die samen kunnen spelen. (124 tekens)
Dit gedicht werd geschreven door Remco Campert. Met de regel "Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen" drukt de dichter een gevoel van eenzaamheid uit. Hij verlangt naar gezelschap en verbinding, zelfs als dat zou betekenen dat hij in twee wezens gesplitst zou moeten worden. Het is een eenvoudige maar krachtige metafoor voor het menselijk verlangen naar contact en het gevoel van isolement dat we soms ervaren.
Het lied 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Harry Jekkers, een Nederlandse zanger en liedjesschrijver. In het nummer uit hij op een humoristische en fantasierijke manier zijn wens om twee hondjes te zijn, zodat hij overal welkom zou zijn en geen problemen zou hebben. Het lied speelt met de gedachte dat honden vaak geliefd en vrij zijn, en drukt een verlangen uit naar eenvoud en onbezorgdheid.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Judith Herzberg. Ze publiceerde dit gedicht in 1968. Met deze regel bedoelde de dichteres dat ze graag met zichzelf zou willen spelen en haar eigen gezelschap zou willen zijn, zoals twee hondjes met elkaar spelen. Het gedicht gaat over eenzaamheid en het verlangen naar gezelschap en speelsheid.
2.18s
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Met dit gedicht speelt Schmidt op een humoristische en absurde manier met de wens om meer uit het leven te halen door simpelweg dubbel te zijn. Het suggereert een verlangen naar meer ervaringen en plezier, verpakt in de speelse en lichte toon die kenmerkend is voor haar werk.
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Hermans van der Zande. Hij beschrijft hier een kinderlijke, onschuldige wens om als hond te leven, vrij van verantwoordelijkheden en vol genoegen. Het symboliseert het verlangen naar een eenvoudig, speels bestaan, weg van volwassen zorgen. (499 tekens)
14.44s
Godfried Bomans schreef de zin "Ik wou dat ik twee hondjes was" in een humoristische tekst. Daarmee drukte hij een speels verlangen uit om nooit alleen te zijn: als twee hondjes kun je samen spelen en plezier maken. Het is een voorbeeld van zijn luchtige, fantasierijke stijl.
Het liedje "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Het gaat over iemand die jaloers is op de vrijheid en het plezier dat hondjes hebben. De schrijfster bedoelt ermee dat ze soms ook zo vrij en onbezorgd wil zijn als hondjes.
"Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen" is een kinderliedje, geen literair werk met een diepere betekenis. Het drukt simpelweg de kinderlijke wens uit om een speelkameraadje te hebben.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is een gedicht geschreven door Michel van der Plas. Het gedicht is een ironische reflectie op de menselijke behoefte aan ongecompliceerde en onvoorwaardelijke liefde, zoals die vaak tussen huisdieren bestaat, in contrast met de complexiteit van menselijke relaties.
Dit gedicht werd geschreven door de Vlaamse dichter Guido Gezelle in 1882. De dichter drukt in dit gedicht een verlangen uit om twee hondjes te zijn, zodat hij onbezorgd en vrij zou kunnen leven, zonder de last van de menselijke zorgen en verantwoordelijkheden.

Het gedicht is een poΓ«tische reflectie op de eenvoud en onschuld van het dierlijke bestaan, in contrast met de complexiteit en verplichtingen van het menselijke leven. De dichter benijdt de hondjes om hun onbekommerde bestaan en wenst zich vrij te kunnen maken van de beperkingen en plichten die het menselijk leven met zich meebrengt. Het gedicht is een romantische expressie van de wens naar een eenvoudiger, natuurlijker manier van leven.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Gerrit Komrij, een Nederlandse dichter en schrijver. Met dit gedicht wilde hij op een humoristische en absurdistische manier de wens uitdrukken om zorgeloos en vrij te zijn, zoals hondjes. Het gedicht is een ode aan het onbezorgde leven en een afwijzing van de complexiteit en beperkingen van het menselijk bestaan.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Jan van Ginneken. De schrijver bedoelt waarschijnlijk de onvergelijkbare vreugde en ongecompliceerde liefde die hij in honden ziet, in tegenstelling tot de complexiteit van de menselijke relaties.
5.32s
De uitdrukking "Ik wou dat ik twee hondjes was" is afkomstig uit het kinderboek van Annie M.G. Schmidt. Met deze uitspraak drukt het personage een verlangen uit naar eenvoud, onschuld en de speelsheid van de kindertijd. Het symboliseert de wens om zorgeloos te zijn en de liefde en vriendschap die hondjes kunnen bieden.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is een citaat van de Nederlandse schrijver Toon Tellegen. Met deze zin drukt hij een verlangen uit om zichzelf te verdubbelen, vaak geΓ―nterpreteerd als een speelse manier om meer te kunnen beleven, voelen of geven. Het weerspiegelt Tellegens typische stijl: filosofisch, poΓ«tisch en licht absurdistisch.
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Liesbeth List. Ze bedoelde ermee de vrijheid en onschuld van hondjes te benadrukken, en de wens om Zuid-Afrika te verlaten. Het gedicht is een verdediging voor de zwart- en kleurlingen in Zuid-Afrika.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Nederlandse dichter M. Vasalis (pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans). De schrijver verwoordt een kinderlijke wens om zorgeloos en vrij te zijn, zoals twee spelende hondjes. Het symboliseert verlangen naar onschuld, eenvoud en verbondenheid.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" werd geschreven door Judith Herzberg. In dit korte, speelse gedicht drukt de dichter een verlangen uit naar eenvoud en gezelschap. Ze wil twee hondjes zijn, zodat ze met zichzelf kan spelen en elkaar gezelschap kan houden. Het gedicht verbeeldt een fantasie van zorgeloosheid en verbondenheid, waarbij de eenzaamheid wordt opgeheven door een verdubbeling van het zelf.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is een uitspraak van de Nederlandse schrijver Simon Carmiggelt. Hiermee bedoelde hij op een humoristische en ironische manier uit te drukken dat hij graag meer tijd, energie of middelen zou hebben om alles te kunnen doen wat hij wilde. Het idee is dat als hij twee keer zoveel van zichzelf zou zijn, hij meer zou kunnen bereiken of genieten. Het is een speelse manier om de menselijke beperkingen aan te kaarten.
De regel β€œIk wou dat ik twee hondjes was” komt uit het gedicht β€œDe hond” van Gerritβ€―Komrij.

Komrij gebruikt de wens om twee hondjes te zijn als metafoor voor een verlangen naar de eenvoudige, onvoorwaardelijke levenshouding van een hond: trouw, plezier in het moment, geen zorgen over schuld of toekomst, en de mogelijkheid om zowel binnen als buiten te spelen. Het gedicht contrasteert die hondse vrijheid met de complexiteit en het lijden van het menselijk bestaan.
Bedoel je het kinderversje/liedje "Ik wou dat ik twee hondjes was"? Mag ik het even opzoeken om zeker de juiste auteur en uitleg te geven?
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Cornelis Paradijs, een pseudoniem van Frederik van Eeden. Met deze absurdistische en speelse regel wilde hij de spot drijven met traditionele poΓ«zie en romantische ernst. Het is daardoor een vroege vorm van nonsenspoΓ«zie in het Nederlands, bedoeld om conventies te doorbreken en humor in de literatuur te brengen.
Jules Deelder schreef dit gedicht. Hij bedoelde dat hij als twee hondjes samen kon spelen en nooit alleen zou zijn - een verlangen naar gezelschap en verbondenheid met zichzelf. Het drukt een kinderlijk verlangen uit om je eigen beste vriend te kunnen zijn.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is een gedicht van de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen. Het gedicht is onderdeel van zijn dichtbundel "Het Sienjaal" uit 1921. Met deze regel drukt de dichter een gevoel van eenzaamheid en een verlangen naar eenvoud en ongecompliceerdheid uit. Hij wijst op de loyaliteit en het onvoorwaardelijke geliefde van honden, en toont een nostalgische wens om te ontsnappen aan de complexiteit van het menselijk bestaan.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Ze bedoelde dat ze zich wilde opsplitsen om meerdere dingen tegelijk te kunnen doen, een gevoel dat veel mensen herkennen in een druk leven.
De uitspraak "Ik wou dat ik twee honden was" komt uit het gelijknamige lied van Jan Smit. De zin dringt uit naar de wens om twee gedragingen te kunnen hebben: om rustig te kunnen zijn, maar ook om opgewonden te mogen zijn. De tekstenreflecteert hoe je je eigen identiteit zoekt en hoe je probeert om te voldoen aan verwachtingen van anderen.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Willem Wilmink, een bekend Nederlands dichter en schrijver, vooral bekend om zijn kinderpoΓ«zie.

Wat de schrijver ermee bedoelde? Het liedje uit 1975 gaat over verlangen naar eenvoud, onschuld en verbondenheid. De spreker wenst dat hij twee hondjes is, om de pure liefde en vrijheid van dieren te ervaren – zonder menselijke zorgen of complexiteiten. Het symboliseert ook de behoefte aan companionship: als twee honden kunnen ze samen zijn, spelen en trouw blijven. Kortom, het is een ode aan de simpelheid van het bestaan en de troost van verbondenheid.

(Willem Wilmink, 1943–2003, was een van Nederlands populairste kinderboekenschrijvers. Zijn werk staat bekend om zijn speelse taal en diepe emoties.)
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Judith Herzberg . Ze gebruikt het absurde beeld van twee hondjes om eenzaamheid en verlangen naar verbondenheid uit te drukken. De spreker wil zichzelf verdubbelen om nooit meer alleen te zijn – een speelse, maar diep weemoedige metafoor voor menselijke behoeftes. Typisch voor Herzbergs stijl: eenvoudige taal met grote emotionele lading.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was" werd geschreven door de Nederlandse dichter Bertus Aafjes . Hij bedoelde ermee dat hij de zorgeloze vrijheid van honden benijdt, zonder de lasten van het menselijke leven zoals verantwoordelijkheden, zorgen en eenzaamheid. Het gedicht idealiseert een eenvoudig, vrolijk bestaan. (Bron: Aafjes' verzamelde werken, waarin dit thema centraal staat in zijn poΓ«zie over verlangen naar eenvoud.)


Willem van der Hagen schreef dit kinderliedje in 1950. Het drukt het kinderlijke fantasie uit: het kind wil graag een hond zijn, zodat het "twee hondjes" kan zijn – bijvoorbeeld om samen te spelen in de tuin of om gewoon fijn te zijn. Het is een speels liedje over onschuldige wensen. (298 tekens)
De zin β€œIk wou dat ik twee hondjes was” is afkomstig van de Nederlandse dichter Lucebert , een sleutelfiguur van de Vijftigers. Het is een surrealistische, absurdistische uitspraak die typisch is voor zijn poΓ«zie: speels, beeldend en vol vrije associatie. Hij bedoelde er waarschijnlijk niets letterlijks mee β€” het is een uitnodiging tot fantasie, een breuk met logica, bedoeld om te verrassen of te ontregelen. Het suggereert verlangen naar onschuld, vrijheid of dualiteit, maar laat de interpretatie aan de lezer. Het is poΓ«zie als beeld, niet als boodschap.
β€œIk wou dat ik twee hondjes was” is een rijmelijntje uit het kinderliedje β€˜Daar was laatst een meisje loos’; de anonieme regel betekent niets diepers – het klinkt grappig, kinderlijk en rijmt op β€˜broodjes’.


Deze regels zijn geschreven door Piet Hein. De schrijver uitdrukt een verlangen naar eenvoud en trouw, vergelijkbaar met de onvoorwaardelijke liefde van honden. Het benadrukt de waarde van een eenvoudig, trouw vriendschap boven complexe menselijke relaties.


De zin is van de Nederlandse band Doe Maar, geschreven door Eric van Tijn. Het betekent een verlangen naar eenvoud en speelsheid, weg van volwassen zorgen. Als hondjes zou je onbezorgd kunnen spelen, zonder verantwoordelijkheden. Een metafoor voor onschuld en vrijheid uit de drukte van het leven.
Het gedicht "Ik wou dat ik twee hondjes was, twee hondjes tegelijk" is van Toon Tellegen, een Nederlandse schrijver en dichter. Het verscheen in zijn bundel Juli-reis .

De betekenis: Het is een speels, absurd verlangen naar dubbele identiteit en onbezorgde vreugde. De ik-persoon fantaseert over als twee hondjes samen te leven, vrij en speels, als metafoor voor eenvoud, verbinding en ontsnapping aan eenzaamheid of complexiteit. Tellegens stijl is vaak poΓ«tisch-filosofisch met dieren als personages.
Toon Tellegen schreef het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' (uit 1991). Het uit een absurd, teder verlangen naar eenheid en intimiteit: twee kleine, harige hondjes die naast elkaar lopen, als metafoor voor eenvoudige verbondenheid en liefde, typisch voor Tellegens speelse poΓ«zie.
Het kinderrijmpje "Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik bij mijn lief blijven" is anoniem en stamt uit de Nederlandse volksliteratuur. De schrijver is onbekend, maar het dateert waarschijnlijk uit de 19e eeuw of eerder.

Betekenis: Het drukt een kinderlijke, onschuldige wens uit om altijd bij een geliefde (bijv. ouders of partner) te kunnen blijven, zoals twee hondjes aan één lijn. (148 karakters)
Het gedicht 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door M. Vasalis (pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans).

De schrijver bedoelde ermee het verlangen uit te drukken naar onschuld, eenvoud en trouw. De twee hondjes symboliseren een diepe, moeiteloze verbondenheid, vrij van de complexiteit van menselijke emoties. Het is een verlangen naar eenvoudige, onvoorwaardelijke vriendschap.
Annie M.G. Schmidt schreef "Ik wou dat ik twee hondjes was" in 1957. Het liedje, gezongen door Conny Stuart, beschrijft een verlangen naar een eenvoudig, zorgeloos bestaan en de onschuld van een kind, in contrast met de complexiteit van een volwassen leven.
'Ik wou dat ik twee hondjes was' is geschreven door Herman de Coninck. Hij bedoelde ermee dat hij graag twee leven tegelijk zou kunnen leven, vrij en ongebonden zoals honden dat zijn.
Dit gedicht is van Remco Campert , een van de belangrijkste Nederlandse naoorlogse dichters.

Met dit speelse, kinderlijke vers bedoelde Campert dat liefde en intimiteit soms eenvoudiger lijken in de dierenwereld. Twee hondjes kunnen zonder schaamte of sociale conventies dicht bij elkaar zijn. Het gedicht drukt een verlangen uit naar ongecompliceerde, pure nabijheid en genegenheid - iets wat tussen mensen vaak ingewikkelder is door normen en verwachtingen.
"Ik wou dat ik twee hondjes was" is geschreven door Jan van de Craats, een Nederlandse dichter en kinderliedcomponist. Het liedje drukt een diepe liefde en verlangen uit: de zanger wil als trouwe hondjes altijd bij de geliefde mogen zijn, onder de tafel of overal, symboliserend onvoorwaardelijke liefde en loyaliteit. Het is een speelse metafoor voor honger naar nabijheid en aanhankelijkheid.
🌍 Andere talen:
Engels Noors